Oud slijpsel

Diamant in oud slijpsel (roos- single cut of bolsjewiek geslepen ) komt veel voor in antieke juwelen. De roosgeslepen diamant is aan de onderzijde vlak, en is gezet op een zilveren folie voor de weerkaatsing van het licht. Pas op met vocht want de zilverfolie is hier gevoelig voor en kan hierdoor bruin of zwart worden. (komt ook voor in een openzetting Frankrijk,Engeland). De kwaliteit van roosdiamant was rond eind 19e eeuw veelal van mindere kwaliteit. Licht gekleurd, insluitsels etc. Men vond dat minder belangrijk als het sieraad maar genoeg schitterde bij kaarslicht! Het briljant slijpsel is van latere oorsprong (van af Ca. 1919) De 57 facetten geven een perfecte weerkaatsing van het licht.

De bolsjewiek geslepen diamant heeft in bovenaanzicht nog de contour van de oorspronkelijke kristalvorm van de diamant, dit is de z.g.n. ‘Octaëder’ . De contour blijft dus nog enigszins vierkant. Men deed dit vroeger, om zo veel mogelijk van het gewicht van de ruwe diamant te behouden. De later ontwikkelde briljantvorm ‘Bolsjewiek’ is de voorloper van het moderne geperfectioneerde briljantslijpsel.

De Bolsjewiekvorm is al wat ronder in doorsnede, heeft echter een veel hogere bovenkant dan de moderne briljant. Modern briljant is perfect van verhoudingen en gericht op een optimale reflectie van het licht. Hierdoor word de reflectie van modern briljant soms ervaren als hard ten opzichte van het oudere slijpsel, dat iets milder van reflectie is.

Single cut is een wat eenvoudiger slijpsel wat vaak toegepast werd met kleine diamantjes. Een paar geslepen facetjes en meer niet.

Het karaatgewicht (Carat weight)

Zoals bij alle edelstenen wordt het gewicht en daarmee de grootte van een diamant uitgedrukt in Karaten. Een karaat bestaat uit 100 ‘puntjes’. Een diamant van 25 puntjes wordt dus omschreven als een kwart karaat of o.25 karaat.

Kleur (Color)

Sommige mensen zijn verbaasd als ze horen dat de diamant alle kleuren van het spectrum kan hebben. Het  merendeel varieert echter van een nauwelijks zichtbare gele of bruinachtige tint, tot uiterst zeldzame stenen die kleurloos genoemd worden.

 

Zuiverheid (Clarity)

Bijna alle diamanten bevatten minuscule sporen van niet gekristalliseerde koolstof, het element waar ze uit zijn ontstaan. De meeste zijn niet met het blote oog waar te nemen en worden onder een loep zichtbaar. Ze worden ‘insluitsels’ genoemd. Ze zijn te beschouwen als vingerafdrukken van de natuur, omdat ze elke diamant volkomen uniek maken. Hoe minder insluitsels een diamant heeft, des te zeldzamer hij is.